
Obidos, balkon in een omwalling

Obidos
De weersomstandigheden in Peniche zijn onstuimig en voorlopig ongunstig om verder te varen. Aanvankelijk meerdere dagen met zuidenwind en daarna harde wind, veel regen en hoge golven. In de haven aan de langs steiger is het geen pretje. Door de swell van zee en de hekgolven van de lokale boten ligt de Aja vaak flink te stampen aan de steiger.
Ach, ik probeer er maar het beste van te maken. Op donderdag ga ik met de bus naar Obidos. De busrit is op zich al aardig. Het is een mooie rit door het landschap van Portugal. Maar je ziet ook regelmatig de restanten van de enorme branden die hebben gewoed deze zomer. Het heeft hier lange tijd niet geregend (Nu ik er ben uiteraard wel, volop neerslag…). De havenmeester verzekert mij dat de Portugese boeren zeer gelukkig zijn met de heftige regenbuien die zo nu en dan vallen (allez dan maar…). Obidos is een middeleeuws dorpje met een zware en indrukwekkende omwalling. Veel smalle straatjes, steil, maar zeer verrassend en met prachtige doorkijkjes. Je kunt er de geschiedenis lezen (figuurlijk) van de laatste, pakweg, 5-6 eeuwen. Uiteraard is het heel toeristisch, maar als je een beetje van de hoofdstraatjes afgaat zie je nog hoe het vroeger geweest moet zijn. Vanaf de omwalling heb je op veel plekken een mooi uitzicht op de wijn- en olijfboomgaarden. Eind van de middag ga ik met de bus weer terug naar Peniche. Ik ben hier eigenlijk te lang naar mijn zin. Ik dreig zo langzamerhand een vaste klant te worden van verschillende kroegen en eettentjes. Uiteindelijk, na een week dient zich een zeer klein “weergat” aan. Dinsdag tot een uur of 3 ‘s middags is het redelijke wind uit de goede richting en matige golven. Daarna gaat het weer harder waaien. Vroeg vertrekken dus. Ik lig aan lagerwal en strak voor me ligt een Engelse zeilboot. Ik help hen afduwen, zo dat ik wat ruimte heb, maar moet het daarna wel alleen doen. Met de achter spring en de motor in z’n achteruit komt de boeg los van de wal. Stootwillen aan het achterschip. Daarna snel in z’n vooruit en de achter spring losgooien. Het gaat redelijk. In de haven hijs ik alvast het grootzeil en berg alle stootwillen op. Aanvankelijk is het tijdens de tocht een redelijk rustige wind, maar allengs gaat het toch steeds harder waaien en worden de golven wat venijniger. We komen uit de windschaduw van het schiereiland Peniche. Ik had een bulle talie moeten aanbrengen… (dat is een lijn die je van de giek naar het voorschip aanbrengt om te voorkomen dat je een ongewenste klap gijp krijgt). En nu nog een aanbrengen met deze zee zie ik niet zitten. Door de golven en de achteropkomende wind wil het grootzeil telkens gijpen. Ik laat het grootzeil maar zoveel mogelijk midscheeps. Het geeft soms enorme klappen op het zeil. Het gaat door merg en been… Ik zet de elektrische stuurautomaat aan en verleg de koers iets, zodat ik de wind min of meer schuin van achteren krijg. De stuurautomaat stuurt beter dan ik, maar op een gegeven moment komen toch weer die tikken, dat betekent dat de stuurarm weer loskomt van de roer as.

aan de bovenzijde de arm van de stuurautomaat en in het midden de arm op de roer as, die telkens loskomt…
Dus maar weer met de hand sturen. Ik hou de motor bij, en we gaan als een speer, 7-8 knopen. Om een uur of 12 passeren we de Cabo da Roca, een enorme rots in zee en het meeste westelijke puntje van het Europese vaste land. Weer een “voorlopige” mijlpaal. De koers gaat weer meer richting oosten en begin van de middag lig ik op de rede van Cascais. Alles weer klaar maken voor het aanleggen. Eerst aanleggen aan de meld steiger voor het havenkantoor. Dat gaat niet helemaal lekker vanwege de aflandige wind. Nu hepen mijn Engelse buren mij met aanleggen (voor wat hoort wat, he…) Cascais is een chique haven in een chique badplaats. Alles ziet er keurig uit. Ik krijg een ligplaats achterin de haven waar alle buitenlanders liggen. Er is plaats zat. Ik lig weer naast de Engelsen. Ik blijf hier even, omdat Monique komend weekend komt. Woensdag ga ik maar weer aan de stuurautomaat werken. Ga nu met een vijl proberen de ronde stuurkoning iets af te vijlen, zodat de bouten misschien beter blijven zitten. Het is heel hard staal, maar m’n gevoel zegt dat het wel iets geholpen heeft. Wordt vervolgd…
Donderdag ga ik een dagje naar Lissabon. Ik ben onder de indruk, ik was er al een paar keer eerder geweest, maar de sfeer en de ruimte, pakken me. Fijne stad. Omdat Monique zaterdag komt, ga ik uiteraard vrijdag de boot maar eens poetsen en dat was ook wel nodig. Zaterdag vroeg uit de veren en per trein en bus naar het vliegveld. Het openbaar vervoer is hier goed geregeld. Ik ben blij Mo weer in m’n armen te sluiten. Thuis gaat het niet goed. Haar vader zal niet lang meer te leven hebben, en het was maar de vraag of ze wel zou kunnen komen. Maar na overleg met haar vader en broer heeft ze toch besloten dat ze wel even weg kon. Op weg naar Cascais wandelen we nog een middag door Lissabon. We eten in de markthal “Time Out”, heel druk, bijzondere plek. Zondag blijkt dat het toch nog sneller met haar vader achteruitgaat dan verwacht. Monique boekt snel een vlucht terug, en vertrekt maandagmorgen al weer terug naar huis. Haar vader wordt maandag opgenomen in een hospice. Ik wacht nog even af, maar als haar vader overlijdt, ga ik ook naar Breda. Ik onderzoek en bedenk wat ik zal gaan doen. Nog wat verder varen of blijven liggen…? Wordt vervolgd…
Heel veel sterkte en kracht met deze trieste omstandigheden Harm en Monique.
groet Mare
LikeLike
wederom mooi verhaal.
heel veel sterkte voor jullie met de vader van Monique
groetjes maja
LikeLike