M’n prepensioen is dan echt begonnen, per 1 april. Ik had nog anderhalve week vakantie, dus het vrije gevoel begint al aardig te komen. Die (vrije) tijd heb ik voornamelijk besteed aan poetsen, en wat andere kleine klussen. Vorige week dinsdag is de dieseltank gespoeld. De diesel wordt uit de tank gezogen, daarna wordt onder druk benzine in de tank gespoten, zodat alle meuk loskomt en weer kan worden opgezogen met de benzine. De tank was zo goed als schoon. Op zich was het dus een overbodige klus, maar ben toch blij dat ik nu zeker weet dat er geen/weinig troep in de tank  is.

Verder heb ik met gelcoat wat beschadigingen op de romp bijgewerkt. Moest in 2 etappes, ben toch redelijk tevreden over het resultaat. Het spul hard heel snel uit, want als het al een beetje begint in te dikken, dan hecht het niet goed meer aan de romp. Oppassen met harder, dus. De gekozen kleurpigment (ral 9001) past goed, moet ik zeggen. Verder de romp gepoetst met een soort kleurenhersteller van Epifanes (matig resultaat), en daarna in de was gezet, ook met Epifanes.

En dan was op 1 april natuurlijk de vertrekkersdag in Enkhuizen. Is een aardig eindje rijden vanuit Breda, maar het was de moeite waard. Ben Rutte en bemanning van het blad Zeilen hebben een leuke en boeiende dag georganiseerd. Er deden 21 boten mee. Een heel gemeleerd gezelschap.  Veel bemanningen met kleine kinderen (knap hoor), maar ook nogal wat (pre)pensionado’s, en alles wat daartussen zit. Hoogtepunt, wat mij betreft, was het maken van de groepsfoto op een prachtig aluminium jacht. Verslag en foto’s worden gepubliceerd in de Zeilen van mei a.s. Ik verwacht veel vertrekkers tegen te komen in diverse havens en baaien, want de meesten volgen toch wel zo’n beetje dezelfde route naar de Caraiben.

Gisteren is het Kadaster langs geweest om de Aja in te meten voor de zogenaamde “zeebrief”. Dit is een internationaal eigendomsbewijs, dat misschien wel eens nodig is om te verklaren dat deze boot mijn bezit is.